Eindigen bij de top tien in de medaillespiegel op de Olympische Spelen van Rio. Dat was de uitdagende ambitie van Maurits Hendriks. Hoe mooi zou het zijn als we elke Spelen, zomer of winter, minimaal tien keer kunnen genieten van topprestaties als die van Sanne Wevers, Dafne Schippers of Sven Kramer? Om dit te bereiken is het selecteren en ontwikkelen van toptalent ontzettend belangrijk. En dat start op jonge leeftijd. Maar hoe waarderen we jonge sporters om potentieel olympisch talent te selecteren? En hoe kunnen we toptalent begeleiden op jonge leeftijd om daadwerkelijk aan de top te blijven?
Samen met Arnold van der Poel, hoofdtrainer/coach van RTC (Regionaal Talentencentrum) ZUID WEST KNSB, stel ik mij deze vragen. Om antwoorden te vinden hebben wij de afgelopen drie jaren alle langebaanschaatsers (in de leeftijd van 17 – 23 jaar) van het RTC en hun coaches/trainers een Gedragsstijlen-, Drijfveren- en Denkstijlenprofiel laten maken. We hebben een wensprofiel opgesteld voor de ideale topschaatser op mentaal gebied. Ook een aantal oud-schaatsers, internationaal succesvol en minder succesvol, hebben profielen gemaakt. De profielen zijn meerdere keren met de rijders en coaches besproken. Het resultaat is een mindsetindex en een topsportindex waaraan op dit moment wordt gewerkt. Verder gebruiken de coaches en trainers de inzichten uit de profielen om de rijders optimaal te begeleiden. Daarnaast werken we aan een evaluatieformulier om de mindset in het RTC op nog jongere leeftijd in kaart te brengen.
De topsportindex waardeert de talentvolle rijders. Het is opgebouwd uit een waarde voor de mentale kracht (denkstijlen en drijfveren), het fysiekvermogen en de technische vaardigheden. Wat je ziet is dat een talent vaak komt bovendrijven op basis van zijn fysieke vermogens en technische vaardigheden. Op jonge leeftijd gaat iemand opvallen door wedstrijden te winnen. Echter, om een wereldtopper te worden, of olympisch kampioen, is de mentale kracht, de ‘mindset’, van doorslaggevend belang. En die kunnen we nu in kaart brengen door de drijfveren van Spranger en de denkstijlen van Hartman te meten bij sporttalenten.
De gewenste ‘mindset’ van een (potentiële) wereldtopper is eigenlijk heel eenvoudig te omschrijven. Het is noodzakelijk om vele jaren gefocust te zijn op je doel. Elke dag gemotiveerd zijn om met een ijzeren discipline te trainen én te rusten. Erop gebrand zijn om te leren wat je moet doen en laten om beter te worden. De absolute wil om te winnen, de beste willen zijn. Maar ook kunnen genieten van het proces naar succes. De index geeft een waarde aan de mindset van talentvolle rijders door een berekening los te laten op het drijfveren- en denkstijlenpatroon van de rijders.
En hoe geweldig is het dat we de ‘mindset’ in kaart kunnen brengen met de profielen van TTI SI. De resultaten zijn veelbelovend. Rijders die hebben bewezen tot de beste te behoren, scoren hoger op de mindsetindex. Het komende jaar wordt er gewerkt om de topsportindex en mindsetindex te perfectioneren. Want die ambitie van Maurits Hendriks willen we uiteraard wel behalen. Het is mijn ambitie om daaraan een bijdrage te leveren.
Voor de ‘mindset’ zijn de denkstijlen en drijfverenprofielen van waarde. De gedragsstijlenprofielen zetten wij in om de communicatie tussen rijders en coaches onderling te verbeteren. Introvert of extravert zijn zegt niets over de kans op olympisch succes.
schrijver: Peter Roemeling